Blaaspijp of Bouffadou om kampvuur, open haard of barbecue een goede start te geven.

Blaaspijp ook wel Bouffadou genaamd.

Iedereen die wel eens een fikkie heeft gestookt weet dat je het vuur sneller op gang krijgt als je er een beetje op blaast. De extra zuurstoftoevoer zorgt dat vuur sneller groter wordt. Maar ja, het heeft ook alle risico’s van dien zoals rook in je ogen of longen, vonken in je gezicht en gevaar voor verbranding als het vuur opeens snel oplaait. Daar heeft men in het verleden een mooie oplossing voor bedacht; de blaasbalg of de blaaspijp. Een blaasbalk is echter een nogal onhandig ding, lomp en je moet er nog vrij dicht bij het vuur mee komen. Dat is niet zo handig en dus niet des Handig Goeds. Dus daarom gekozen voor de blaaspijp en dan in een handige uitvoering.

Zo oud als de wereld

De Bouffadou is een blaaspijp die zijn oorsprong in Zuid Frankrijk kent, daar worden namelijk al sinds mensenheugenis fikkies gestookt. De eerste grotbewoners hebben daar genoeg sporen van achtergelaten. Oorspronkelijk werden de bouffadous van hout gemaakt. Ja dat is brandbaar, je moet hem ook niet in het vuur houden. Belangrijkste reden voor dat materiaal was dat het voorhanden was en geen warmte geleidt. Maar er zullen er heel wat in vlammen zijn opgegaan denk ik.

De moderne versie

Tegenwoordig worden ze vaak van metaal gemaakt en omdat metaal warmte geleid kunnen ze dus wel heet worden. Maar als het goed is heb je de bouffadou niet meer nodig als het vuurtje eenmaal goed brandt, dan kan hij dus ook niet heet worden.

Over de blaaspijp

Deze blaaspijp is in uitgetrokken positie 74,5 cm lang en voorzien van een houten knop met een gaatje er in. Die houten knop zit er op om te voorkomen dat je je mond kunt branden, mocht de metalen pijp toch erg heet worden. Heel handig van deze blaaspijp is dat hij inschuifbaar is, net als een ouderwetse autoantenne. Ingeschoven is het dus maar een dingetje van 14 cm. Dat is prettig opbergen en ook prettig meenemen voor een outdoor vuurtje.

Hoe steek je nu een vuurtje goed aan?

• Je begint natuurlijk met goed brandbaar materiaal bij elkaar te zoeken.
• Tondel (dat kan een stukje stof zijn, gebroken droge dennenappels, houtkrullen oid).
• Aanmaakhout (kleine korte stukjes goed gedroogd hout of droge hele dennenappels)
• Brandhout ( blokken goed gedroogd hout)
• Leg de tondel onderop, leg daaromheen het aanmaakhout zodanig dat je nog bij de tondel kunt komen.
• Steek de tondel aan en wacht tot het aanmaakhout brand vat.
• Leg er daarna pas het brandhout op, begin met de kleinste stukjes en bouw voorzichtig een constructie waarin de vlammen het hout goed kunnen bereiken. Zodra het brandhout wat begint te gloeien kan je met de blaaspijp zuurstof toedienen en het brandhout zo sneller vlam doen vatten.

Het spreekt voor zich dat je geen vuurtjes stookt in de vrije natuur. De gevolgen kunnen verschrikkelijk zijn. Beperk je tot een vuurschaal of korf in de achtertuin 😉

Omdat dit artikel met de mond beroerd wordt bij gebruik of uitproberen kan dit artikel vanwege hygiënische redenen helaas niet geruild of geretourneerd worden.